Waarom hoeft Femke niet meer te oefenen? Femke kan heel goed spellen. Ze deed mee aan een wedstrijd. Femke had gewonnen bij die wedstrijd. Zij moest hele moeilijke woorden spellen.
Wat past het best op plaats 1? Femke kan heel goed spellen. Ze deed mee aan een wedstrijd. Femke had gewonnen bij die wedstrijd. Zij moest hele moeilijke woorden spellen.
Wat moest Femke spellen? Femke kan heel goed spellen. Ze deed mee aan een wedstrijd. Femke had gewonnen bij die wedstrijd. Zij moest hele moeilijke woorden spellen. Maar Femke ____1____
Wat kan Femke heel goed? Femke kan heel goed spellen. Ze deed mee aan een wedstrijd. Femke had gewonnen bij die wedstrijd. Zij moest hele moeilijke woorden spellen. Maar Femke
Waarom is ze blij met deze televisie? Ook is hij mooier dan de vorige. Wij hebben een nieuwe televisie. Dus ik ben heel blij met deze televisie. Hij is groter
Welke van de volgende zinnen klopt wél? Ook is hij mooier dan de vorige. Wij hebben een nieuwe televisie. Dus ik ben heel blij met deze televisie. Hij is groter
Hoe zou je dit verhaaltje kunnen noemen? Ook is hij mooier dan de vorige. Wij hebben een nieuwe televisie. Dus ik ben heel blij met deze televisie. Hij is groter
Dit verhaaltje is door elkaar heen gehusseld. Wat is de goede volgorde van de zinnen? Ook is hij mooier dan de vorige. Wij hebben een nieuwe televisie. Dus ik ben
Welke van deze dieren heeft een hoorn? Er zijn veel rare dieren op de wereld. Wandelende takken bijvoorbeeld. Dat zijn insecten, die op takken lijken. Een narwal is ook een
Waar lijkt een narwal op? Er zijn veel rare dieren op de wereld. Wandelende takken bijvoorbeeld. Dat zijn insecten, die op takken lijken. Een narwal is ook een raar dier.