Lees regel 7 nog een keer. Daar staat ‘Houd op met ruzie maken.’ Wie zegt dit? “Zo kan ik mijn huiswerk niet maken.” “Blijf van mijn schrift af!” Jan
Lees zin 19 en 20 nog een keer. Daar staat: Jan durft het schrift niet nog eens af te pakken Wat gebeurt er als Jan nog een keer het schrift
Lees zin 16 nog een keer. Daar staat: Anna barst in lachen uit. Waarom barst Anna in lachen uit? “Zo kan ik mijn huiswerk niet maken.” “Blijf van mijn
Lees zin 10 nog een keer. Daar staat: ‘Jij mag dat schrift niet afpakken’, zegt hij. Wie wordt bedoeld met jij? “Zo kan ik mijn huiswerk niet maken.” “Blijf
Lees zin 9 nog een keer. Daar staat: Joep zijn gezicht is nu helemaal rood. Waarom is Joep zijn gezicht rood? “Zo kan ik mijn huiswerk niet maken.” “Blijf
Lees zin 2 nog een keer. Daar staat: ‘Blijf van mijn schrift af’ Wie zegt dit? “Zo kan ik mijn huiswerk niet maken.” “Blijf van mijn schrift af!” Jan
Lees regel 1 nog een keer. Daar staat: ‘Zo kan ik mijn huiswerk niet maken.’ Wie is ‘ik’? “Zo kan ik mijn huiswerk niet maken.” “Blijf van mijn schrift
Wat doet de schrijver met deze tekst? In Amerika is het niet meer zoals vroeger. Vroeger woonden in Amerika andere mensen dan nu. Die mensen noemen we indianen. Zij
Lees zin 13 nog een keer. Daar staat: Een ander soort tent heet een tipi. Wat is een tipi? In Amerika is het niet meer zoals vroeger. Vroeger woonden
Lees zin 9 nog een keer. Daar staat: Dat heet een wigwam. Wat is een wigwam? In Amerika is het niet meer zoals vroeger. Vroeger woonden in Amerika andere